HET REPUBLIKEINS GENOOTSCHAP
____________
Volgens een oude
bittertafelwijsheid is Nederland een republiek met een koningin als
staatshoofd,
maar de republikein die zijn grondwet kent, weet dat die wijsheid politieke
bakerpraat is die grondwettelijk
geen been heeft om op te staan. De Nederlandse grondwet heeft een monarchale
kern met een stevige
verankering die in tijden van nood nog een dubbele beveiliging achter de hand
heeft. Zelfs bij een uitputting
van de erfelijke opvolgingslijn voorziet het systeem van de grondwet in een
monarchale oplossing.
Ook dan schrijft de grondwet immers een koningskeuze voor. 'Indien bij
overlijden van de Koning
of bij afstand van het koningschap een opvolger ontbreekt, komen de kamers
bijeen (...) teneinde te
besluiten omtrent de benoeming van een Koning' (art.
30)
Hoe langer ik
ernaar kijk, hoe groter het esthetische genoegen is dat het woord Republiek bij
mij oproept.
Met de Republiek die het recht tot vereniging erkent
kan een mens zich gemakkelijker vereenzelvigen dan
met een Staat die hetzelfde doet.
Het woord Republiek is ontegenzeggelijk mooier dan het gedenatureerde woord
Koninkrijk.
En het roept gemakkelijker gevoelens van loyaliteit op.
Harry van Wijnen, NRC
Handelsblad, 2 februari 1999.
____________