HET REPUBLIKEINS GENOOTSCHAP
____________
zou wel eens het einde daarvan kunnen bespoedigen,' schreef NRC-columnist J.L Heldring
ruim twintig jaar geleden.
Met al die voortvarend verwekte prinsjes zou het vaderland nog heel wat te
stellen krijgen, voorspelde hij.
Volgens Heldring zouden de zeven prinsen 'ondanks alle goede
bedoelingen van de ouders' nooit een
'gewone' opvoeding krijgen. De
gewoonheid (van de koninklijke familie) krijgt de kans niet getoetst te worden.
Iedereen omringt zich nu eenmaal graag met mensen die hen niet elk moment
tegenspreken.
Dat is een menselijke, geen specifiek koninklijke eigenschap. In het normale
leven vindt deze normale
neiging haar correctie in het dagelijks werk, waar we in het algemeen van
superieuren en collega's de
waarheid wel te horen krijgen. Maar wie zal ooit tegen een lid van het
Koninklijk Huis zeggen:
'Wat u daar beweert is onzin', of hem zelfs in de rede vallen? En toch is de
onverbloemde tegenspraak
een toets die de gewoonheid van de ongewoonheid onderscheidt, maar ook de
eerlijkheid van de beleefdheid,
laat staan de hielenlikkerij. Zonder zo'n toets slijt op den duur de zelfkennis
van de bescheidenste onzer.
(...) Iemand heeft eens schertsend gezegd dat, als we de statistiek als
maatstaf nemen
(en wat is gewoner dan dat?) het zeker is dat ten minste één van de prinsen óf
met justitie in aanraking
zal komen óf een meisje zwanger zal maken óf een drugsprobleem krijgt. Achter
die scherts zit de
waarheid dat ook deze dingen tegenwoordig gewoon zijn. Het rampscenario dat
Heldring voor ogen stond
heeft zich (nog) niet voltrokken, hoewel zijn voorspellingen voor een deel zijn
uitgekomen.
Niet een, maar zeker vier prinsen kwamen met politie in aanraking.
Willem-Alexander was de eerste. In 1988 schoot hij met zijn
donderblauwe Ford Sierra op de Plesmanlaan
in Leiden uit de bocht en belandde in
een sloot. Toen het gehavende wrak uit het water werd getakeld,
werd duidelijk dat het ongeluk zich niet had voltrokken bij een snelheid van
vijftig kilometer per uur.
'Het leek wel een lancering', vertelden ooggetuigen. Meteen waren er geruchten
over drankmisbruik
van Willem-Alexander, die destijds ook wel gezellig als Prins Pils werd
aangeduid.
Prins Johan Friso (tweeëndertig jaar, géén homo), de tweede zoon
van Beatrix en Claus en ook
tweede in de lijn van troonopvolging,
werd in 1990 door de politie betrapt op een flinke snelheidsovertreding
toen hij een testritje maakte in een rode Ferrari F40 in het gezelschap van
importeur Kroyman.
Het racen zit de familie in het bloed. Prins Maurits (32), de
oudste zoon van Pieter en Margriet en de vijfde
in de lijn van troonopvolging, reed in
1991 in de BMW 323-injectie van zijn moeder op hoge snelheid
door de bebouwde kom van Apeldoorn.
Bernhard junior (31), de tweede zoon van het echtpaar Van
Vollenhoven, zesde in de lijn van
troonopvolging, heeft de heftigste confrontatie met justitie achter de rug. In
de zomer van 1999 deed de
Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (Fiod) een inval in het Amsterdamse
kantoor van Ritzen Koeriers,
waarvan de prins toen nog mededirecteur was. Het bedrijf werd beschuldigd van
ontduiking van sociale premies.
(...) Nu gooide de officier van justitie het op een akkoordje met
de prins. Ritzen Koeriers kon tegen betaling
van 25.000 gulden vervolging afkopen. Wel zo plezierig. Twee jaar eerder was
Bernhard junior ook al in
opspraak gekomen vanwege zijn zakelijke banden met het internetbedrijf
Siteways.
Totdat de oudste zoon van Irene, prins Carlos van Parma en
Piacenza, in 1996 een meisje uit
Hummelo zwanger maakte. Op 20 januari 1997 baarde deze Brigitte een zoon:
Carlos Hugo Roderik Sybren, het eerste achterkleinkind van Juliana en Bernhard.
Maar wel een buitenechtelijke achterkleinzoon, een bastaard.
Carlos wilde het kind namelijk om onduidelijke redenen niet erkennen.
Jos
Slats, Vrij Nederland, 17 maart 2001
____________