HET REPUBLIKEINS GENOOTSCHAP
____________
keer weer besloten. Ook het staatshoofd schijnt daarvoor niets te voelen.
Dit is een gemiste kans.
Voor een beëdiging achter gesloten deuren zoals tot op heden de gewoonte was, is
geen enkele reden te bedenken.
Het is een uiting van een inmiddels al lang achterhaalde staatsrechtelijke situatie
toen ministers nog de dienaren van de koning waren
en deze hen ook naar eigen goeddunken kon ontslaan.
Redactioneel,
De Telegraaf, 17 juli 2002
____________